dinsdag 22 augustus 2017

GR 5 : Brin-Sur-Seille - Ribeauvillé (31juli tem 9 augustus 2017)

Aangezien we meer dan 6u met de trein moesten reizen om op ons beginpunt te geraken werd er besloten dit jaar een extra reisdag in te leggen en vertrokken op 30-7 naar Nancy waar we overnachten in het budgethotel Accor Adagio Aparthotel Nancy ( 31 Avenue du XX Corps, 54000 Nancy ,tel :
 +33 3 83 15 87 80 ). We waren hier zeer tevreden over en na 30min gewacht te hebben in de inkom  tot de receptie openging ( op zondag vanaf 15u ) werden we hartelijk onthaald. De eerste dag spendeerden we dus in Nancy waar we het Aquarium bezochten, Place Stanislas en ook iets aten in een restaurant met piratenthema (helaas ook de ganse avond piratenmuziek... ).

Dag 43 (ma 31-7-2017) : Brin-Sur-Seille - Vic-Sur-Seille = 22,7 km

Na het ontbijt lieten we de receptioniste een taxi regelen en maakten onze rugzak klaar. Els was gezegend met iets meer dan 15kg en ikzelf 18,5kg.
De taxichauffeur was een zeer toffe en praatvaardige jongeman met Tunesische roots die ons aan de bushalte van Brin-Sur-Seille afdropte ook al vond hij het eerder vreemd om daar een wandeling te starten.
Het voornemen om gedurende het jaar wat te oefenen hebben we opnieuw niet opgevolgd dus het was met een klein hartje beginnen met stappen...
We wandelden over de brug van de Seille en worden al de eerste 5 km getracteerd op asfalt...


We pauzeren even in de weinige schaduw die we tegenkomen ( Bois de Bioncourt ) en nemen een eerste kleine pauze.
Het is duidelijk opnieuw wennen aan het sjouwen met die rugzakken...
Van daar kunnen we de weg zien kronkelen richting Grémecy, een slaperig boerendorpje dat in een klein dal ligt. Het enige dat we in overvloed tegenkomen zijn zeer luidruchtige honden. Ik denk dat elke inwoner daar minstens 1 hond had...


Na de klim weer weg van het dorp kijken we even terug naar Grémecy vanaf het eerste onverharde stuk van deze dag.


We duiken het eerste stuk bos in , Forêt Domaine de Grémecy, via brede onverharde wegen. Daar spotten we een eerste wildexemplaar. Een ree kruist de weg en het zal zeker niet bij dit ene dier blijven. Gedurende onze eerste dagen zullen we er nog wel enkelen kruisen. Aangezien dit de eerste keer was dat we van zo dichtbij een lange tijd konden genieten van dit moment vonden we het beiden toch ietwat speciaal...


Iets verder in het bos zien we een route die ons naar een Gallo-Romeinse villa zou leiden. Na enig zoekwerk, ook al ligt het maar 200m van de gr-route, vinden we hier inderdaad de restanten van terug. 

Iets verder in het bos komen we een bankje tegen en nemen we onze lunchpauze met uitzicht op een bouwwerk dat enigszins lijkt op de restanten van een bunker. Het blijkt een watervoorziening aan de Source Vassieux te zijn...
Eens het bos uit komen we op een zeer oud onverhard pad uit, namelijk Chemin de la Reine.
Dit pad zou al in gebruik zijn van 1661 en is een ancien route de France.


Het begint hier nu te regenen en de regenkledij wordt een eerste keer aangetrokken.
Als we een volgend stuk bos, net voor Salonnes uitkomen wachten we even aan de bosrand want de regen komt nu echt wel goed uit de hemel vallen.
De zonnebloemen hangen er bijgevolg verweesd bij...


Na Salonnes doen we een korte klim naast de eerste wijngaarden van deze reis. Hierna mogen we de afdaling naar ons einddoel van de dag inzetten naar Vic-Sur-Seille.


Bij het verlaten van de route zien we dat die aangepast is en beslissen om morgen verder te kijken of we de oude route ( via boekje en GPS ) gaan volgen of toch al de nieuwe route.
Eens aangekomen in Vic-Sur Seille komen we van de rust terecht in een kermis... Letterlijk...
Op het marktplein drinken we wat en beslissen, omdat het een lange eerste dag was en dat er slecht weer voorspeld werd, toch maar gebruik te maken van de enige indoor slaapplaats ipv de camping.
Achteraf bekeken was dit niet zo'n goede beslissing. Ik had nog nooit zo veel geld uitgegeven ( 120€ !!! ) voor 1 overnachting...
Het onthaal aan Chateau Mesny ( 8 place Mesny, 57630 Vic-sur-Seille ) was hartelijk doch met  bedenkelijke blik toen ze onze vuile schoenen zagen (wandelaars kunnen dit wel eens tegenkomen !), het ontbijt was zeer goed en de kamers netjes maar dat waren zowat de enige pluspunten...


Ik had dit geboekt via Booking.com en gaf nadien een eerlijke score : weinig slaapcomfort, prijs/kwaliteit ondermaats, weinig mogelijkheden om te eten en te bevoorraden in het dorp,... ( vragen gesteld door Booking.com )
Nadien kreeg ik een zeer boze mail van de eigenares voor de lage score. Tja ... Het kan verkeren en deze fout maken we geen 2de keer ( hopelijk ). 


Dag 44 (di 1-8-2017) : Vic-Sur-Seille - Alteville = 25 km

Na een goed ontbijt begeven we ons opnieuw naar de route maar beslissen de oude route te nemen. Achteraf bekeken hebben we daardoor minder ver gestapt maar 1,5 km asfalt gelopen ipv vermoedelijk onverharde wegen.
Als je niet echt in Vic-Sur-Seille moet zijn zou ik opteren om de nieuwe route te volgen anders is de oude route zeker geen slechte keuze.
We liepen langs een asfaltbaan en konden in de verte, over de velden en de kronkelende Seille, het Vogezenmassief zien opdoemen en dit stemde ons zeer gelukkig.


Er was een dame die ons binnenriep in haar garage omdat het begon te druppelen. We bedankten en liepen verder om 200m verderop een stortbui over ons heen te krijgen. Typisch...
Na dit stuk asfalt moesten we de drukke D955 oversteken en stegen nadien lichtjes door de velden met hoge gras ( mijn trailrunners waren doorweekt en Els haar voeten nog steeds droog door haar nieuwe schoenen met Gore-tex ) en hielden halt aan een bankje voor een korte drinkpauze...


We volgen nog een stuk drukke baan en slaan een zijstraat hiervan in om uit te komen bij de indrukwekkende toegangspoort van Marsal.


Dit gehucht is gekend voor de zoutwinning en heeft ook een museum rond die zoutwinning. Helaas was dit gesloten tot de zomer van 2018 wegens renovaties.
In dat dorp was 1 café waarvan de deur openstond en de uren die uithingen aan de deur suggesteerden ook dat het open was, doch was er niemand te bespeuren en we moesten dus koffie-loos afdruipen...
Jammer.
We moesten nu verder via, wat ons een eindeloze betonweg leek, naar het volgende dorp. Blanche-Eglise geheten.
Wat de naam deed vermoeden was helemaal het tegenovergestelde want ipv een witte kerk werden we geconfronteerd met een vuile grijze kerk.


Ooit was ze mss wit geweest, wie weet...
We pauzeerden daar op een bank om onze lunchbreak te nemen en na het vele asfalt was dat geen overbodige luxe. De voeten begonnen al opnieuw te tintelen...
In tegenstelling tot de kerk was het duidelijk dat de inwoners wel hun best deden dit dorp proper te houden en te voorzien van vele bloemen. Toch wel zeer verfrissend om te zien in Noord-Frankrijk.
Hierna hadden we nog enkele km asfalt te gaan tot in Dieuze waar we van de route afweken om in het centrum te geraken.


We shopten daar wat in de lokale supermarkt na een stop te doen in een café.
Dit was juist op tijd want de hemelsluizen gingen op dat moment helemaal open...
Na deze stop pikten we de route opnieuw op en volgden de nieuwe route die ons via de zijkant van Etang de Lindre laat lopen.




We passeerden iets wat op een ooievaarsreservaat leek en konden vanop een uitkijkpost een mooi beeld zien van het meer en het schiereiland Tarquimpol.
Uiteindelijk komen we uit op een asfaltbaan die ons direct naar de eindbestemming brengt, namelijk Chateau d'Alteville57260 Tarquimpol, tel : +33 3 87 05 46 63 ).
Een prachtige Château met mooie bib, biljartzaal, zitruimte en slaapkamers.
Ik sliep niet zo goed van alweer een smal bed ( wat zijn die fransen kleine mensen ) maar toch was dit een goede stopplaats.
We maakten ravioli klaar op onze kamer en waren toch ietwat tevreden dat deze grote portie asfalt overwonnen was.


Dag 45 (wo 2-8-2017) : Alteville - Gondrexange = 24,6 km

De gevreesde dag drie was aangebroken. Gevreesd door de ééntonigheid en de grote delen asfalt die weer in het verschiet lagen. Dit werd aangekondigd op verschillende blogs en andere reisverslagen die ik gelezen had en de kaart gaf hen dan ook gelijk...
We vertrokken langs de achterzijde van de château en kwamen zo terug op de straat uit waarlangs de route liep.


Een groot verschil met gisteren was dat ze hier echt wel gewend waren aan rugzaktoerisme, zowel te voet als met de fiets. Let wel op dat je hier niet kan betalen met kaart maar enkel met cash. Zo zag ik een duits fietskoppel wanhopig met hun plastic kaart in de hand staan bij de kasteelheer. 
Na het hernemen van de route volgden we een tijdje de asfaltbaan maar bij de watertoren begon een nieuwe route die ons door de velden stuurde. Geweldig om al een stuk asfalt minder te moeten doen dan aangegeven werd in ons boekje ! Jammer was wel dat mijn voeten direct nat waren van het lange gras maar je kan niet alles hebben hé ...


We liepen door de velden, zowel door het gras als uiteindelijk op onverharde veldwegen waar we ons thuis waanden door de puur landelijke omgeving.


Alles was goed aangeduid in het bos maar er waren duidelijk stukken die minder belopen werden.


Vandaag trekken we door het merendistrict van de Lorraine en het duurt dan ook niet lang voor we het eerste meer van de dag tegenkomen...Etang de Villers


Via een graspad liepen we richting Fribourg waar we net voor het binnenlopen ervan halt hielden aan een buitenverblijf/vissershut. Er was niemand in de omgeving te zien dus maakten we gebruik van de schaduw die de hut bood en ook van het bankje op het terras. 


 Vanaf Fribourg begint de asfalt-ellende maar toch genieten we nog even van het mooi bebloemde dorpje en zelfs de asfaltwegen kunnen ons daar nog niet echt deren omdat we beter en beter een zicht krijgen op de Vogezen.


 Langsheen de baan zien we talloze ooievaars in de velden zitten. Als middagpauze houden we halt op een bankje aan het Etang du Stock ter hoogte van Les Bachats waar we in de verte zeilbootjes zien en mensen zien peddelen in hun kayak.
Iets voorbij Les Bachats aan Le Petit Etang kwamen we een raar overblijfsel in het water tegen waarvan ik vermoed dat het een verzonken aanlegsteiger is...


Na enkele reeën al gezien te hebben kwamen we nu onze 2de soort "wild" tegen, een roodstaart eekhoorn die rustig wat zat te knabbelen.


Direct na deze ontmoeting kruisten we een verdoken schoonheid, namelijk een uitloper van Le Grande Cornée. Voor mij het mooiste meertje dat we zouden tegenkomen vandaag...


Opnieuw veranderd de route hier en volgt de tranchées of brede onverharde (yes ! ) wegen van de route forestière de Diane-Capelle.


Na deze deugddoende onverharde ondergrond en schaduwzone van het bos komen we uit waar ik eerlijk gezegd al de hele dag tegenop zag : het Canal des Houillières de la Sarre.
Een ganse mond vol maar het komt er gewoon op neer van kilometers te malen op rechte stukken langsheen het kanaal. Geen favoriete bezigheid van ons maar het hoort er nu éénmaal bij nietwaar ?


Als we een brug die over dit kanaal loopt passeerden zagen we enkele lokale jongeren duiken vanaf de brug in het water. Het leek me niet ongevaarlijk maar ze gaven de indruk hier toch zeer bedreven in te zijn... We kregen ongevraagd een mooie show te zien.
De route die we volgden langs het kanaal loopt gelijk met de Eurovelo 5 die blijkbaar toch druk bereden wordt aangezien we veel fietstoeristen zagen voorbij komen.
Eén van de vele fietsttrekkers kwamen we tegen aan een bankje waar we ook een rustpauze inlasten. Hij was onderweg naar Straatsburg en had nog een heel eind te gaan met een kar van 45kg achter zich sleurend. 


Na de pauze passeerden we enkele vissers aan de overkant die hartelijk met ons lachten om ons rare tijdverdrijf van met zware rugzakken op een vrij warme dag langsheen een kanaal te ploegen. Ik kon ze geen ongelijk geven en zwaaide. Ze begonnen nog meer te lachen maar zwaaiden zelf ook terug..
Na enige tijd kwamen we aan een brug waar we over moesten. Het is ons nog een raadsel hoe de fietser hier met zijn kar over geraakt is. Dankzij deze brug konden we eindelijk de omgeving zien want behalve het kanaal was niets te zien geweest door 2 meter hoge dijken.
Het uitzicht was echter wel de moeite waard. Aan de rechterkant een meer dat bijna volledig volstaat met waterplanten waardoor het kan lijken dat het droog staat en aan de linkerkant een meer ( alweer Le Petit Etang ? ) met op de achtergrond Gondrexange en nogmaals de Vogezen.



We gingen van de route af aan de brug in Gondrexange en moesten een 500m stappen naar de camping Les Mouettes (Rue de l'Étang, 57815 Gondrexange, tel : +33 3 87 25 06 01). Daar dronken we eerst en aten een ijsje aan de receptie.
Toen we daar zaten kwam de fietser met kar ineens ook aangereden. Straatsburg was dus veel te ver of de brug had hem genekt...
Er zaten zeer vervelende wespen en we gingen dan maar vlug door om onze tent op te zetten.




We besloten 's avonds gebruik te maken van het restaurant op de camping waar we een vette maar heerlijke pizza binnen werkten...


Dag 46 (do 3-8-2017) : Gondrexange - Abreschviller = 25,3 km


Vannacht geen oog dicht gedaan ! Ik ben kapotgebeten van de muggen en consoorten. Tegen de volgende vakantie gaan we er toch iets moeten op vinden. In onze bivvyzak was het te verstikkend en claustrofobisch om te slapen en zonder...tja.
Volgende keer zeker een lightweight constructie voorzien met muggengaas !
Ook onze schuivende matjes op een gladde ondergrond moeten we eens bekijken...
Wel was ik tevreden dat alles droog bleef ondanks het onweerde deze nacht.

We vertrokken vol goede moed want de route beloofde ons de eerste hoogtemetertjes alvorens de Vogezen echt in te trekken.
Groot was de desillusie toen we ipv een klein stuk kanaal ( en bijgevolg beton ) een lange omweg moesten maken via het kanaal. Dit was volgens mij om de gevaarlijke oversteek van de N4 te vermijden door ons via een nieuwe route onderdoor die gevaarlijke autoweg te sturen.
Gevolg was 1,5km extra maar wel veiliger. We zullen de GR medewerkers wel dankbaar zijn maar toch gaf dit een mentale tik. We hadden echt wel gedacht van het kanaal, en het monotone ervan, te kunnen wegstappen...


 Het eerste dorpje dat we tegenkwamen was Landange. Een eerder anoniem dorp met weinig animo. We besloten wel daar op een bankje te ontbijten en werden door mensen bespied vanachter hun raam en op de straat tegenover waar wij zaten was iemand die ons bleef aankijken terwijl ik water kookte om oploskoffie te zetten. Hij keek enkel weg, terwijl hij zijn hand opstak, toen wij gedag zegden als we terug vertrokken.
Het volgende dorp was even anoniem maar veel fleuriger opgesmukt, nl. Aspach.


Net voor we Fraquelfing  binnenlopen zien we na het Bois de la Minière de Vogezen opdoemen. De omtrekken zijn al goed herkenbaar en de Donon rijst er iets bovenuit...



Langs alweer asfaltwegen ( we hadden niet gedacht zoveel beton onder ons voeten te krijgen vandaag ... ) lopen we Niderhoff binnen waar we een oude kar tegenkomen onder een afdak. De beste gok is dat dit een oude brandweerpomp was maar suggesties zijn altijd welkom...


We eten daar ook onze lunch in Bar l'Abreuvoir ( 1 Place de la Fontaine, 57560 Niderhoff ) omdat het op onze route ligt en we wel toe zijn aan een deftige rustpauze. 
We worden daar zo goed als buitengekeken maar mogen daar toch iets eten. We moesten wel ons rugzakken in een aanpalend lokaal wegstoppen. 
In het begin zitten er enkel wat plaatselijke klanten aan de toog, maar naarmate het lunchuur vordert komen er meer en meer klanten binnen om te eten.
Aan hun reactie te zien stinken we uren in de wind. De mensen naast ons hoor ik zelfs onderling discussiëren of ze een andere tafel zouden vragen of niet...
Het heeft ons in elk geval gesmaakt en de rust deed ons goed.
Na Niderhoff moesten we geleidelijk aan stijgen via een asfaltbaan tot aan het gehucht Heille waar de route opnieuw een kleine aanpassing kreeg. Nog voor die aanpassing moesten we even rusten aangezien we te vlug na het eten opnieuw er in gevlogen waren. Els voelde zich even misselijk en ikzelf had ook al betere tijden gekend. We hadden door een schaamtegevoel ten overstaan van de deftige welruikende klanten ons na de laatste hap naar buiten gehaast en dit is ons zuur opgebroken, letterlijk en figuurlijk. Opnieuw iets bijgeleerd... 

We gaan bij de nieuwe route schuin steil omhoog en komen weer in een stuk bos uit ( Bois de la Haute Corvée ) waar we een 3de soort wild tegenkomen. 
Dit maal was het een iets minder aangename ontmoeting want op een halve meter van onze voeten ritselde een slang ( zonder overdrijven 75cm a 1m ! ) voorbij. Dit was een echt exemplaar en geen hazelworm zoals de vorige keer. Met de kop in de lucht verdween hij vlug in het struikgewas. Echt wel even schrikken...
Na deze ontmoeting komen we uiteindelijk in Saint-Quirin dat een bekend bedevaartsoord was/is voor mensen met huidziekten en dat gekenmerkt word door een kerk met 2 torens die verbonden zijn door een soort van balkon.



Hier beginnen we de aanzet te zien van de eerste bescheiden hoogteverschillen.
Het begint te druppelen en we gaan een café binnen waarvan de deur openstaat ook al is hier niemand te zien. Geen bediening voor 20min maar we zitten droog. 
Uiteindelijk komt er iemand ons toch bedienen en alhoewel dit hoorde bij een hotel en restaurant, met 3 jaar op rij een vermelding in de Michelin-gids, was de bazin vriendelijk.

We vervolgden onze weg, na een sterke stijging via de camping, in droge omstandigheden en door een uitgestrekt bos richting Abreschviller. Alvorens af te dalen bleven we nog even rusten op een panoramisch uitkijkpunt over het stadje en de omliggende heuvels.



We liepen Abreschviller binnen in zeer warme omstandigheden. Wat een verschil met de koelte van het bos !
Met zicht op een mogelijk zware etappe morgen ( beklimming van de eerste col, de Donon ) en niet weten wat daarvan te verwachten, besloten we niet te overnachten op de camping maar een hotel op te zoeken.


Abreschviller gaf een propere en zelfs bruisende indruk waar een gezellige drukte heerste.
Via Booking.com had ik even voordien hotel Les Cigognes74 Rue Général Jordy, 57560 Abreschviller, tel +33 3 87 03 70 09 ) geboekt.
Behalve het feit dat de bazin direct zei dat we best een ventilator mochten vragen indien het te warm zou zijn op de kamer ( wat het ook was ! ) , was alles perfect in orde.
Zeer vriendelijke en correcte mensen...
We dronken nog wat op het terras alvorens stiekem ons eten klaar te maken op de kamer. 


Dag 47 (vr 4-8-2017) : Abreschviller - Col du Donon = 23,3 km

Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt genomen te hebben begonnen we aan de etappe waar ik al heel lang naar uitgekeken had. De eerste keer boven de 1000m !
In Oostenrijk en Italië hadden we dit al veel gedaan maar altijd een groot stuk met een kabelbaan. Vandaag doen we dit vanuit het dal en maken we dan ook echt alle hoogtemeters zelf met een zware bepakking.
We waren beiden benieuwd wat dat zou geven.
Als we het dorp uitliepen zagen we ook dat de mate van toerisme serieus toegenomen was in vergelijking met Noord-Frankrijk. Dit kon je alleen al zien aan de vele extra wandelroutes die aangegeven stonden. Een mooi voorbeeld hiervan :


Als we richting Lettenbach lopen gaat alles nog via asfaltwegen maar opeens moeten we steil omhoog doorheen een weide waar normaal gezien paarden op grazen. Deze staat afgezet door een electriciteits-omheining maar we besluiten toch deze te doorkruisen aangezien ik geen dieren bespeurde en het de officiële route was. 
Al vlug gaat deze weide over in het bos waar we na enige tijd, ter hoogte van le Croix Guillaume, een infopaneel tegenkomen over Gallo-Romeinse opgravingen. Dit wijkt even van de route af ( zo'n 300m ) maar is echt wel de moeite waard. Ik overtuig Els een kijkje te gaan nemen en we beklagen ons deze kleine omweg niet...




Even verder is er aan de Col de Lendenstein opnieuw een kleine routeaanpassing die we wel kunnen smaken. Je passeert op die manier heel dicht bij een fantastisch uitzichtspunt, Belle Roche (527m).
We nemen daar een korte pauze en genieten met volle teugen van het spectaculaire uitzicht. Is dit wat anders dan de vlakke wegen van Nederland en België !!!



We volgen de bosweg tot we plots aan een kleine open vlakte komen met een Abri ( Paul Bechler ) waar we halt houden en onze lunch nuttigen. Het is een mooie plaats maar je kan zien dat ze ook vrij populair is bij wildkampeerders die het niet zo nauw nemen met de regel dat je alle vuil mee moet nemen...


Hierna blijven we gestaag stijgen door de bossen en krijgen af en toe mooie uitzichten te zien. Ook zijn er langs deze weg een soort van mijlpalen geplaatst die dateren uit de Romeinse tijden. Die duiden belangrijke routes aan doorheen de veroverde gebieden en startten allemaal aan het Colosseum te Rome. Daar stond telkens een eerste mijlpaal die compleet uit goud bestond. Benieuwd of daar nog iets van terug te vinden valt...


Uiteindelijk na de gestage stijging komen we uit op de Col de L'Engin, die niets meer is dan een plaats waar men de baan ( D145 ) oversteekt en waar sommige mensen hun auto parkeren. Wel krijg je daar een mooi zicht over het hoogteverschil dat je nog moet overwinnen. Dit is ook het punt waar de ballisage of route-aanduiding verandert van de gekende wit-rode tekens naar een rode rechthoek op een witte achtergrond. Opnieuw opletten dus...
De stijging wordt iets heftiger maar is nog steeds doenbaar terwijl we richting Col entre-les-deux-Donons klimmen. Daar aangekomen steken we opnieuw een baan over waar ook auto's geparkeerd staan en beginnen vanaf dat punt aan een zeer steile en kronkelende beklimming van de laatste 200m naar de top van de Donon.
Onderweg komen we nog een grote overhangende rots, van Keltische oorsprong, tegen die ook gebruikt werd tijdens de 1ste wereldoorlog als schuilplaats door de soldaten.


Na een heftige beklimming komen we boven aan de top uit en worden overspoeld door de vele dagjesmensen. Dit kan ons echter niet deren aangezien we toch wel heel lang hebben uitgekeken naar deze mijlpaal in ons GR5 avontuur.
We genieten hier met volle teugen van en voelen ons een klein beetje helden...
De nagebouwde tempel is niets op zich maar weerspiegeld wel het bereiken van een speciale plaats.
Een eerste maal boven de 1000m en er zullen er nog vele volgen...




Nog een beetje dronken van de overwinningsroes dalen we via mooie kronkelende paadjes af naar ons hotel dat zo'n 300m lager ligt. Onderweg komen we horden mensen tegen die zich naar de top hijsen en we krijgen veel vreemde blikken als ze onze bepakking zien en ook dat we er nog vrij fris uitzien. Sommigen zullen misschien ook wel vreemd gekeken hebben omdat we niet zo fris roken...


Eens aangekomen aan het hotel worden we 200m verder gestuurd naar het budget hotel van dezelfde eigenaar. Hotel du Donon ( 15 Donon, 67130 Grandfontaine, tel : +33 3 88 97 20 69 ) is meer gedateerd dan het eerste ( Hotel Velleda ) maar is voor ons meer dan goed genoeg. Het ontbijt en het afrekenen moet wel in Hotel Velleda gebeuren. In ons budget hotel vragen of we daar wat kunnen eten s'avonds en we worden daar eveneens naar het ander hotel gestuurd. De diner was vrij prijzig maar zeer lekker !!!
Toen we terugkwamen aan ons hotel zagen we daar toch mensen eten aan de helft van de prijs !
Het was simpeler eten maar dat zou even goed voor ons geweest zijn. Ach ja, we kunnen er maar van genoten hebben nietwaar ?



Dag 48 (za 5-8-2017) : Col du Donon - Schirmeck = 8,5 km

Wat een ontbijt ! De keuze overviel ons wat. Het is dan ook niet te verwonderen dat we het ons eens goed lieten gaan.
Aan het ontbijt was er ook een nederlands koppel aan het eten en aan de rugzakken te zien waren ze ook op stap voor een meerdaagse trektocht. Blijkbaar waren zij onderweg naar Rome maar gebruiken ze daar een groot stuk de GR5 voor.
Ze vertelden ons dat ze naar Natzwiller zouden stappen dat zo'n 2 km van de GR ligt. Ons plan was een 'rustdag' in te plannen en zeker minder kilometers te doen dan de vorige dagen.
Ik speelde ook even tolk toen de nederlandse man zijn beklag deed door een hogere factuur dan afgesproken door de eigenaar aan de telefoon. Aangezien hij weinig frans sprak en de eigenaar geen engels ( niet willen/kunnen ? ) hing ik er wat ongevraagd tussen. Eindverdict was dat ze ipv 4 ontbijten ( ze waren daar 2 nachten gebleven als rustdag ) er maar 2 moesten betalen.


We daalden verder af via het bos richting Wackenbach  waar we op een bankje een ganse vriendengroep trekkers luidruchtig zagen voorbijkomen. Die gaan geen dieren tegengekomen zijn in de bossen denk ik dan...
Ook in Wackenbach kruisten we een man die zijn auto aan het wassen was en die terwijl hij naar ons keek achteruit stapte en pardoes tegen een verlichtingspaal liep. Die stond al scheef door een eerdere aanrijding en dit gaf bijkomende grappige commentaren uiteraard.
We zagen na de doortocht van dit dorpje het weer serieus veranderen wat het weersbericht bevestigde van zware onweders.
We liepen juist Schirmeck binnen toen het begon te druppelen. Het nederlands koppel en de luidruchtige groep zagen we in de verte verder trekken op de route maar wij gingen de supermarkt nog even binnen. Na de inkopen kwamen we buiten en begon het pas echt goed te gieten.
We besloten een italiaans restaurant ( Le Romain : 26 Rue du Donon, 67130 La Broque, 
tel +33 3 88 97 99 68 ) binnen te stappen juist naast deze supermakt om te lunchen en te schuilen. Het eten was goed en we zaten tenminste droog. Wel had ik de indruk dat ze ons liever buiten hadden dan binnen maar lieten dit niet te veel merken. Enkel op het einde konden we niet vlug genoeg betalen...
Het bleef maar gieten en we besloten naar het station van Schirmeck te lopen en daar verder te bekijken wat de mogelijkheden waren.




We hadden van het nederlands koppel gehoord dat ze tot in Stuthof zouden lopen en dan naar Natzwiller zouden afdalen om daar te overnachten. Dit was enkele kilometers maar zeker doenbaar als 'rustdag' en ik besloot de camping aldaar te bellen. Na mijn 2de poging nam een vrouw de telefoon op en informeerde mij dat de camping al 10 jaar dicht was.
Dit was dus geen optie.
Van de camping in Rothau ( 1 halte verder ) had ik gelezen dat die vrij luidruchtig was aan een drukke baan dus daar had ik nu ook weer geen zin in.
We besloten dan maar een hotelletje te boeken in Rothau.
Na 1 halte ( ongeveer 5 min sporen ) kwamen we aan in het treinstation van Rothau dat tijdens de 2de wereldoorlog ook gebruikt werd als transportbasis voor het concentratiekamp Stuthof-Natzweiler dat we morgen zouden passeren.


We kwamen aan in Hotel La Rubanerie ( 14 Rue des Jardins, 67570 La Claquette, tel : +33 3 88 97 01 95 ) en werden onthaald door een zeer oude mevrouw die zeer streng overkwam. Misschien wat vreemd om te zeggen maar eerder met een Duitse directheid aangesproken worden is niet iets wat ik  gewoon ben bij het inchecken.
We werden enkele malen gesommeerd dat we zeker niet mochten eten op de kamer ( allemaal heel vreemd aangezien er bijvoorbeeld nog een gans belegd broodje in de vuilbak op de kamer lag en dergelijke ) en meerdere malen werd gevraagd of we, tegen een meerprijs uiteraard, gebruik wilden maken van het ontbijt de dag erna.
Hiervoor bedankten we telkens vriendelijk...
We hadden het idee dat men slechte ervaringen gehad heeft met andere trekkers. Het wantrouwen was onmiskenbaar in elk geval. Dit is de reden dat ik telkens 1u op voorhand mijn hotels en dergelijke boek via Booking.com.
Men kan u dan moeilijk weigeren en het is nog steeds flexibel genoeg om te weten waar en wanneer je die dag wil stoppen.
Het hele gebeuren gaf ons een slecht gevoel en ik had al spijt dat ik toch niet geopteerd had voor de, al dan niet luidruchtige, camping.
We gingen het dorpje binnen en dankzij een zeer opgewekte Afrikaanse bazin van een klein restaurant De la Place8 Place du Général de Gaulle, 67570 Rothau, tel : +33 3 88 49 67 87 ) op het dorpsplein keerde ons gemoed opnieuw naar de positieve zijde.
Twee keer op 1 dag tijd gaan eten vond ik wat decadent maar dat was wat we op dat moment nodig hadden. De lasagne was spotgoedkoop, vers en overheerlijk. Zeker een aanrader !!!


Dag 49 (zo 6-8-2017) : Schirmeck - Le Hohwald = 26,5 km

Deze ochtend namen we de trein om 7u50 terug naar Schirmeck. Eens daar aangekomen was er reeds een gezellige drukte in het centrum omdat er veel marktkramers bezig waren met hun kraampjes op te stellen en hun waren uit te stallen.



We moesten even de route zoeken ( thank you GPS ! ) omdat de routetekens een beetje verstopt waren achter kermisatracties. We klommen direct vrij steil naast een tunnel, de berg op richting het Chateau de Schirmeck waar we ons ontbijt aten en uitkeken over Schirmeck en een terugblik wierpen op de Donon die we eergisteren 'overwonnen'.



Hierna bleven we stijgen door het bos tot we een verlaten gebouw tegenkwamen dat vroeger een hotel was. Er recht tegenover stond een gebouw dat blijkbaar ten tijde van dat hotel dienst deed als danszaal. We waren op 500m van het concentratiekamp Struthof-Natzweiler en ditzelfde gebouw deed tijdens die periode geen dienst als danszaal maar als gaskamer waar men Joden vergastten.
Het gaf echt wel kippenvel daar te staan waar men mensen systematisch doodde...


We klommen verder en waren nu op 200m van het concentratiekamp waar we plots de toegang ontzegd werden wegens houtkapwerkzaamheden. Aangezien het zondag was, we geen werkzaamheden konden horen, de omweg heel lang was om 200m te overbruggen en het uiteindelijk maar om 200m ging toonden we ongehoorzaamheid en gingen er toch door...
We kwamen uit op een parking en zagen een museum waar men zaken tentoonstelde van het concentratiekamp. Er waren veiligheidscontroles en toegangsprijzen ( 6euro pp denk ik ) en we hadden toch niet te veel tijd dus stapten verder naar de kampsite.
De overblijfselen van het concentratiekamp Stuthof-Natzweiler waren indrukwekkend en maakten een grote indruk op ons...




We gingen terug naar het museum want we lazen in het boekje dat je er wel iets kon drinken. We moesten door de veiligheidscheck en toen de security zag dat we enkel iets wilden drinken lieten ze ons toch toe in de cafetaria met enkele automaten.
Nadien wilden ze ons zelfs gratis tickets geven om de site zelf te betreden. Daar bedankten we uitgebreid voor aangezien we toch nog vele kilometers te doen hadden en omdat het kamp van buitenaf gezien al zo'n indruk naliet...

We gingen verder en deden dit door een lang stuk bos met kronkelende paden.


Opeens kwamen we uit bij een schuilhut op een plaats genaamd Le Vieille Metairie waar naast een hut ook een oude hoeve staat en een bron is.
We kwamen daar 2 andere koppels tegen. Een ouder frans paar en het hollandse koppel uit het hotel van 2 dagen geleden. Daar vertelden zij ons dat het een juiste beslissing was naar Rothau te gaan ipv door te lopen naar Natzwiller. Volgens het boekje lag dat 2,2 km van de route en ze deden er 4 km over. We zouden dus geen winst gemaakt hebben...


Na onze lunch in de schuilhut gingen we terug verder door nog een stuk bos om uit te komen op een immense vlakte, Col du Champ de Feu. Dit is een oord dat zeer druk is in de winter vanwege de wintersport maar ook vandaag was het erg druk door het prachtige weer. Overal zag je mensen blauwbessen plukken en genieten in de zon. Schitterende plek om te genieten van het weidse uitzicht en de bergen romdom ons.
We kwamen daar opnieuw het nederlandse koppel tegen en het zou dan ook de laatste keer zijn tijdens deze vakantie dat we ze zouden tegenkomen... Toch een beetje benieuwd of ze Rome gaan halen.




We doken opnieuw het bos in waar we Source d'Andlau tegenkwamen. Grappig om te zien hoe zo'n onzichtbaar stroompje water bijna druppelgewijs naar beneden gaat om morgen dan aan ons hotel te passeren als een flinke stromende beek.


Iets wilder dan de bron van de Andlau was de waterval van Le Hohwald. Ook hier was het bos afgezet voor de bosbouw en houtkap maar de massa toeristen trokken zich hier niets van aan en wij dus ook niet. Opnieuw was er geen activiteit te bespeuren dus waarom ook niet ?


De fameuze waterval kwam ons zeer kunstmatig over en werd overspoeld door dagjesmensen zodat we de omweg naar beneden maar links lieten liggen en gewoon verder gingen via de route. Iets verder kwamen we opnieuw in de rust terecht en genoten meer van een natuurlijk stroompje dan van de Cascade de Hohwald.


Als we bijna Le Hohwald bereiken wordt de baan een beetje onduidelijk of we al dan niet de asfaltweg moeten volgen of het paadje er net naast. Ik beslis om over te schakelen van het paadje naar de weg via de kortste route. Slecht idee... De hellingsgraad is steiler dan ik dacht en de ondergrond bestond enkel uit zeer fijn grind dus ik glij uit. De val werd gebroken door mijn wandelstokken maar daarbij breekt ook 1 van de stokken.
Echt wel balen met nog enkele dagen wandelen in het vooruitzicht !
We passeren de camping maar hadden toch al besloten Tilly's B&B (28 Rue Principale, 67140 Le Hohwald, tel +33 3 88 08 30 17 ) te boeken, wat nu door de gebroken stok en bijbehorend gebroken moraal, zeker geen overbodige luxe is.

We komen ook nog mensen tegen die een oudere meneer kwijt zijn geraakt in het bos en of we hem niet tegengekomen zijn.
We konden jammer genoeg niet helpen aangezien we niemand tegenkwamen die aan de beschrijving voldeed.

Eens in Le Hohwald gaan we van de route en vinden de B&B 200m verder. Het is een zeer warm onthaal van een oudere vrouw die ons passioneel alles toont van de kamer en die erop staat dat we iets in het gastenboek schrijven. Daar was ik te moe voor maar ik kon niet weerstaan aan haar enthousiasme. Ze stelt ons ook voor te eten in een restaurantje ( Auberge à l'Ancienne Grange : 25 Rue Principale, 67140 Le Hohwald, tel: +33 3 88 08 31 76 ) iets terug in dezelfde straat. 's Avonds zien we waarom. Niet enkel is het eten superlekker maar de inrichting is even druk en vreemd dan onze kamer ( bijvoorbeeld een kettingzaag als lamp... ) . Zelfde smaak denk ik dan...
De ganse omgeving, zowel B&B als het restaurant heeft een behekste sfeer om zich heen. Moeilijk om uit te leggen. Toch vond ik het gezellig. Misschien zegt dit meer iets over mij dan de omgeving...


Dag 50 (ma 7-8-2017) : Le Hohwald - Andlau = 23,5 km

Na een zeer goede nachtrust gaan we opnieuw op pad en sluiten na 200m opnieuw op de route aan. We lopen wat verder door het dorp en zien dat dit wel wat weg heeft van een skidorpje als je de accomodaties en gebouwen ziet.
1 gebouw springt er voor mij wat uit omdat het een Efteling-gevoel oproept...


Ik heb deze nacht met mijn zakmes een stuk van mijn geplooide stok, stuk per stuk afgebroken tot boven het geplooide deel, en er opnieuw ingestampt. Het resultaat is een ietwat krom gedeelte maar voorlopig werkt het...
Zeker geen overbodige luxe als je weet wat klim-en daalwerk ons te wachten staat.
Eerste stuk is een lang eind door het bos en we houden halt aan Maison Forestière Welschbruch waar we op een bankje ontbijten.
Het stuk door het bos gaat hierna onverwijld verder.


Het is in dit deel van het bos, op de flank van de Kienberg, dat we regelmatig een machtig zicht krijgen over de omgeving.


Iets verder komen we ineens in een beetje meer drukte terecht en dat heeft te maken met de Mur Paien ( een prehistorische muur van de 8ste eeuw voor Chr. De Romeinen hebben ze herbouwd in de 4de eeuw na Chr. ) waar je ook een mooie wandeling kan langs maken ( 5u extra was ons te veel... ).


Iets verder wordt het nog veel drukker als we het klooster Mont-Sainte-Odile bezoeken. Het klooster kan je links laten liggen. De route maakt daar eigenlijk een lus die je kan afsnijden. Ik zou toch suggereren om door te lopen naar het klooster omdat het een zeer mooi uitzicht biedt over de omgeving. We dronken en aten er ook vlug iets in hun cafetaria op het terras en keken de menigte wat af.
Vooral een koppel zien die hoogoplopende ruzie had naast de kerk waar ze misviering hadden was op zijn minst opmerkelijk te noemen...




Na dit intermezzo gingen we verder en wou ik perse de bordjes volgen naar de druïdengrot.
Dit was een kleine omweg maar achteraf bekeken ook zeker niet de moeite waard. Het was een platte steen die een klein schuilplaatsje maakte. Ook het koppel net voor ons vonden er maar weinig aan.


We gingen verder door het bos en kwamen bij een prachtige schuilhut van de Club Vosgien uit : de Kiosque Jadelot.
Deze schuilhut bestaat al heel lang en biedt een uitzonderlijk mooi uitzicht over de bergen. We aten daar ons middagmaal en zagen vele mensen even stoppen en genieten van het uitzicht vanop het platform.


Na enige tijd kwamen we wijnvelden tegen met in de diepte Barr. Ook een bewegwijzering en motivatiebord voor de GR5 en de route naar Santiago de Compostella ( nog even volhouden... ).



Na een afdaling naar het centrum van Barr, wat een zeer mooi stadje bleek te zijn, had ik het even moeilijk. De koelte van de bosrijke omgeving was verdwenen en we kwamen in een stadsgewoel uit in 32 graden hitte. De omweg naar een supermarkt was out of the question op die moment.


We gingen dus verder richting Andlau. Deze route was opnieuw aangepast en wou ons laten omlopen via de hoger gelegen wijnvelden.
Dat was te veel van het goeie we bleven de oude route volgen op een lager stuk dat eveneens door dezelfde wijnvelden ging. Uiteindelijk een omweg die wij niet goed begrepen. De voeten waren een beetje pijn beginnen doen ( vooral 1 bepaalde teen ) en ik wou zo snel mogelijk die schoenen uit kunnen doen.
Groot was de vreugde als ik ons hotel Zinck13 Rue de la Marne, 67140 Andlau, tel : +33 3 88 08 27 30 ) zag liggen in de verte. Het hotel lag pal naast de beek Andlau ( waar we gisteren de bron van zagen ) en zag er super uit. Het onthaal was vriendelijk en we kregen de "Japanse kamer".
Zeer netjes en ongelofelijk ruim !!!
De plaatselijke supermarkt ( Proxis op 150m van hotel ) was onze eerste stop na ons opgefrist te hebben.
s'Avonds aten we opnieuw een droogvriesmaaltijd die ik op de kamer klaar maakte en de eerder gekochte chocolade uit de supermarkt was een heerlijk aperitief/dessert :-)



Dag 51 (di 8-8-2017) : Andlau - Châtenois = 25 km

Vandaag startten we langsheen de Andlau en stoppen eerst toch nog even aan de supermarkt omdat mijn GPS dreigt zonder stroom te vallen.
Andlau is een mooi dorpje waar, zelfs in dit druilerig weer, een zekere charme van uit gaat.



We hadden vandaag getwijfeld om van start te gaan vanwege het weer aangezien er in dit deel van Frankrijk code oranje van kracht was. Dit betekent dat er kans op onweer is. Een blik op de radar via de gsm ( hoera voor het afschaffen van de roaming-tarieven ! ) leert ons dat het slechtste weer ten zuiden van ons is en ook in de Jura.
Het begin van de tocht is zeer regenachtig en stijgend door het bos waar we in de refuge Gruckert, waar een beheerder op het balkon uitkeek over de bomen en bergen door de mist heen, vragen of we een koffie konden krijgen.
Aangezien we al ongeveer 400m gestegen waren met regenkledij aan waren we nat van het zweet dus was een stop echt wel nodig om even een t-shirt te wisselen.
Hij vertelt ons dat er deze ochtend een groep van 5 reeds op pad zijn vertrokken ( mss de groep die we reeds tegenkwamen ? ) Dit was dan ook het enige dat hij vertelde. Een beetje een vreemde man...



We bleven stijgen en kwamen op 675m uit bij Col de l'Ungersberg. We liepen daar 100m verder maar Els zag net op tijd dat we te ver waren en dat we steil linksaf moesten de berg opklimmen. Ik ben toch tevreden dat we iets te ver waren want ik kon deze foto nemen waar, door het slechte weer, toch wel een zekere mystiek van uitgaat...


Uiteindelijk na wat zwoegen en opnieuw zweten kwamen we aan op de Ungersberg (901m ) waar een uitkijktorentje staat en vanwaar je..........niets kan zien. Een beetje teleurstellend.



We moeten van 901m naar 350m dalen via een steil en glibberig pad waar enige voorzichtigheid toch geboden is.
Na 200m dalen stoppen we echter om te lunchen op een bankje dat we tegenkomen en waar een grote boom boven ons enige beschutting biedt mocht het opnieuw beginnen regenen.


Als we uiteindelijk opnieuw beginnen met stijgen komen we een vreemd uitziende rotsformatie tegen dat, met zeer grote verbeelding, lijkt op een ezelskop met de ezelsoren. ( Rocher de l'Ane )


Het weer verbetert naarmate we blijven stijgen en het wordt zelfs ronduit warm als we uitkomen aan Château Bernstein.
Een mooie ruïne waar ik, op de tast, naar boven klauter via een metalen trap in een donkere kasteeltoren.
Els bleef beneden bij de rugzakken en zou mij dan aflossen.



Het zicht boven is werkelijk prachtig ! Je kan Dambach-la-ville in de diepte zien liggen en je krijgt ook een mooi zicht over de omgeving met een terugblik waar deze morgen overgeklommen zijn , namelijk de spitse Ungersberg.




Els klom niet naar boven want net toen ik afdaalde kwam er een grote horde toeristen aan die allemaal naar boven wilden en het werd zeer druk.
We besloten dan maar verder te trekken en kwamen al vlug het volgende kasteel tegen : Château de l'Ortenbourg. We bezochten dit niet maar genoten wel van het uitzicht op alweer de volgende kasteelruïne : Château Ramstein.
Deze laatste was niet te bezichtigen wegens instortingsgevaar.


Bij de afdaling naar Châtenois konden we op de volgende bergkam het kasteel van Haut-Koenigsbourg zien liggen waar we morgen zouden passeren...


Toen we helemaal afgedaald waren kwamen we alweer een route-aanpassing tegen en besloten deze toch maar te volgen. Je wordt hier via de beek, Le Giessen, naar Châtenois geleid en loopt zo een stuk asfalt minder. Altijd een pluspunt !
Je moet door een stuk groenbeplanting via een kronkelend weggetje en ook via velden waar we nog een terugblik kregen op de château's van l'Ortenbourg en Ramstein.
De velden werden op dat moment besproeid met water en we moesten echt wel opletten om niet opnieuw nat te worden. Ook al was het nu echt wel warm, we hadden onze portie nattigheid wel gekregen gedurende de dag...


We liepen Châtenois binnen met opnieuw mooi verzorgde en typische Elzasserhuisjes tot we aankwamen bij hotel Beysang36 Rue du Maréchal Foch, 67730 Châtenois, tel :+33 3 88 58 38 58).
We vonden onze sleutel aan de ingang maar niemand aan de receptie.
Ik ging op zoek in het restaurant en de kok hielp me verder. De kamer was immens met 1 tweepersoonsbed en 1 enkelbed en een zalige douche. Els besloot in het enkelbed te slapen om elkaar eens niet ongewild wakker te maken tijdens de nacht bij het woelen... Superidee want we sliepen beiden als muizen in het meel...
We besloten ook s'avonds in het restaurant van het hotel te eten en dat heeft ons zeker niet gespeten. Er werden lekkere Elzas-gerechten klaar gemaakt en het dessert was ook heerlijk. Ook al werd ik licht in het hoofd van de alcohol die de kok gebruikt had in het huisdessert.



Dag 52 (wo 9-8-2017) : Châtenois - Ribeauvillé = 21 km

Na een zeer lekker ontbijt gingen we opnieuw op pad en doorkruisten Châtenois tot aan de kerk en omwalling die we, al stijgend, rond moesten lopen. Het deed opnieuw wat sprookjesachtig voor met die gekleurde toren en iets verder een soort huisje dat leek op iets wat niet zou misstaan hebben in een Lord of the Rings-film.


We blijven gestaag stijgen doorheen het bos en horen zowel geritsel van dieren als geluid van mensen. Als we de omheining zien begrijpen we direct waarom...We zijn op een zeer toeristisch punt aanbeland, namelijk het dierenpark "La Montagne des Singes" ( apenberg ) waar een grote kolonie apen te zien zijn.
We maken daar de fout toch iets te drinken en de prijs geeft een goede indicatie van de hoge graad van toerisme die hier aanwezig is.
We zien bezoekers van werkelijk alle pluimage en nationaliteiten. Op een bepaald moment zien we een kind onwel worden maar ze wordt toch naar de ingang van het dierenpark meegesleept. Het moet dan toch wel echt iets speciaals zijn...
We waren niet van plan dit te bezoeken en na onze drankpauze gaan we vlug terug de rust van de bossen opzoeken.
Opnieuw stijgden we gestaag maar onophoudelijk en opeens komen we in een circus van jewelste terecht...Château Haut-Koenigsbourg. Het eerste wat we zien zijn souvenirshops en een niet aflatende stroom toeristen en aanschuivende automobilisten. We gaan langs het kasteel en de security is zeer gelukkig als ze zien dat we niet binnengaan ( zo'n rugzak controleren is geen plezier denk ik dan ).
Het kasteel is in topvorm en dat is niet te verwonderen. Het is meerdere keren opgeknapt en uitgebreid doorheen de eeuwen heen. Echt wel impressionant !



De drukte is ons echt te veel dus we blijven hier niet rusten en gaan opnieuw naar beneden. De stroom toeristen die we tegenkomen is immens. We zien ook automobilisten die ruzie hebben en bijna op de vuist gaan omdat ze waarschijnlijk al zeer lang aan het aanschuiven zijn om naar boven te rijden. De mensen die langs de weg hun auto kwijt raakten hijsen en puffen zichzelf een weg naar boven. Ik vind het een grappig zicht na 10 dagen conditie opgebouwd te hebben dat wij met onze bepakking bijlange niet zo veel afzien als zij zonder...
Aan de Col du Shaentzel word het opnieuw rustiger en we pauzeren aan een bankje om te lunchen.
Ook hier passeren nog veel mensen maar dat zijn meer wandelaars dan louter Château-bezoekers.
Het is ook hier dat de grens loopt tussen Bas-Rhin en Haut-Rhin.
We blijven afdalen en komen uit in een dorpje dat vrij alpien aandoet, Thannenkirch. We tanken wat water aan een 'bron' met drinkbaar water. De mensen die zitten te pauzeren op een bankje kijken hier maar vreemd van op.



We gaan doorheen het dorpje en komen een Belgisch koppel tegen die hoogoplopende ruzie hebben. Het is duidelijk dat mevrouw het niet zo begrepen had op het feit dat meneer perse Haut-Koenigsbourg wou bezoeken terwijl er honderden andere kastelen waren. Waarschijnlijk hadden ze ook zeer lang staan aanschuiven... De kinderen liepen er maar bedeesd bij, jammer...
We gaan het dorp uit en als we in het bos opnieuw rustig stijgen beslissen we om vandaag te stoppen met de GR5 voor dit jaar. Het is een moeilijke keuze aangezien het zo'n toffe vakantie al was maar de volgende keer dat we gemakkelijk kunnen stoppen is in Metzeral en dat is nog zeker 4 dagen extra lopen. Op zich zou dat moeten lukken maar we willen deze vakantie zo positief mogelijk afronden...



We blijven rustig stijgen tot aan Château Haut-Ribeaupierre waar we opnieuw niet binnen gaan vanwege verbodsborden. Toch zijn er mensen die dit wel doen. It's all fun and games untill someone gets hurt...
Dit is letterlijk ons laatste hoogtepunt van het GR5 avontuur van 2017 ( 643m )


In de diepte zien we al een volgende kasteelruïne liggen en de afdaling begint nu steiler te worden met grote stenen en immens veel blootliggende boomwortels. Ik begin hier mijn knieën te voelen en mijn enkels soms ook. Dit is de eerste keer dat ik deze gewaar word. Misschien maar best dat we vanavond stoppen... Blijkbaar heeft deze reis al zwaarder geweest voor ons lichaam dat we zelf aanvoelden.


We komen uiteindelijk aan bij de laatste ruïne , namelijk Château Saint-Ulrich waar enkelen verkleed als ridders een film probeerden op te nemen. Niet evident als er constant toeristen voor de camera lopen. Geeft niet echt een middeleeuws gevoel...


We beginnen hierna aan de laatste afdaling richting eindpunt en deze is zwaar. Echt een steil stuk met losliggende stenen waar we ons dikwijls afvragen hoe onveilig dit stuk wel niet zou zijn mocht het regenen.
Uiteindelijk komen we aan in Ribeauvillé en komen direct in een drukte tercht waar geen ontsnappen mogelijk aan is. We nemen nog de verplichte foto van het laatste eindpunt van de reis ( bewegwijzering naar Aubure ) en begeven ons naar de bushalte.
We moeten door de winkelstraat naar gans de andere kant van de stad en stoppen aan een outdoorshop waar Els nog een verse t-shirt koopt. Ik vraag met het oog op volgend jaar of ze daar gasbidonnetjes verkopen maar dat is niet het geval ( outdoorshop zonder dat ??? )


Ribeauvillé is een mooie, bruisende en vooral toeristisch stadje maar is ons veel te druk. Na de toegangspoort doorgelopen te zijn komen we aan het park uit waar we de bus nemen naar Sélestat om vandaar de trein tot Nancy te nemen.


In Nancy boeken we nog een overnachting om morgen dan zo'n 6u richting huiswaarts te treinen.
We verblijven daar in Best Western Hôtel Crystal ( 5 Rue Chanzy, 54000 Nancy, telefoon :
+33 3 83 17 54 00 ) dat op loopafstand is van het treinstation voor morgen.
s'Avonds gaan we nog eten bij Papa Joe (17 Rue des Maréchaux, 54000 Nancy, tel : +33 3 83 27 79 59 ) en naar Place Stanislas om de lichtshow te bekijken ( echt wel de moeite ! ).




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten